Het gemak van ''wireless' draadloos communiceren, spreekt me zeer aan. Maar de verhalen van mensen die lijden onder de ongewenste effecten van straling maken me ongerust. Omdat grote financiƫle belangen meespelen is het debat hierover niet erg helder. Berichten van individuelen worden genegeerd of gebagatelliseerd door de betreffende instituten, inclusief - en dat is kwalijk - de overheden zelf. Zij hebben hun positie - boven de marktpartijen - opgegeven in ruil voor vette winst op de exploitatierechten van het radiospectrum.
Om handig digitaal bereikbaar te zijn moet ik keuzes maken over mijn doel en mijn randvoorwaarden.
De belangrijkste keuze vooraf is: Accepteer ik de mogelijke onbewezen risico's van draadloos communiceren? UMTS en WIFI gebruiken sterke gepulste straling om alle data over te brengen. Er zijn mensen die daar erg gevoelig voor zijn en die klachten ontwikkelen. Dat versterkt het vermoeden dat ook mensen met een 'normale' gevoeligheid nadelige effecten kunnen hebben, maar dat daarvoor een langduriger blootstelling nodig is. Juist die traagheid maakt, dat het te laat is als de effecten zich uiteindelijk manifesteren. Dan is je brein rijp voor onder de trein. Fijn...
Het lijkt wat dat betreft op RSi of op kanker. Het duurt erg lang voor je last hebt. Maar als het eenmaal zover is, kom je er niet meer vanaf en wenste je dat je het had voorkomen.
Na een slordig artikel in de Humo deed Gerda haar DECT-telefoon weg. De EOS van september schaadt haar eigen reputatie door te reageren met een nog slechter artikel. Ik had eigenlijk alweer pragmatisch besloten om mezelf voorlopig te matsen met draadloos internet. "De schade op langer termijn wordt toch beperkt omdat de techniek binnen vijf jaar de nadelen heeft omzeild of ingeperkt." redeneerde ik. Tot onze buren op paar avonden later over hun dochtertje begonnen. Voordat ze naast ons woonden, hadden ze een appartement vlak onder een batterij telefoonmasten. Het kind at niet en dreef haar moeder tot wanhoop. Om haar te laten eten kreeg ze op elk treedje van de trap een hapje. En hoe lager ze zaten des te beter dat ging...
Tot ze naast ons in Rumst kwamen wonen. Toen verbijsterde Justina haar moeder door opeens zelf om een boterham te vragen. Rara hoe kon dat?
woensdag, september 13, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten