Vanavond werk ik als waarnemer bij de Brandweer. De Brandweerlieden moeten van overheidswege gaan voldoen aan zelf te formuleren professionaliteitscriteria. Dat gebeurt op veel plaatsen. Deze objectivering van de beroepskwaliteiten stuit overal op weerstand. Mensen meten zich graag, getuige de populariteit van allerlei tests op internet en in de bladen. Maar beoordeeld worden is onaangenaam en bedreigend. Dat geeft de ander schijnbaar macht over jouw situatie. Dat wil niemand. Eenmaal deze weerstand voorbij ervaren de meeste mensen dat objectieve maatstaven meer houvast bieden dan het situationeel gebonden oordeel van je eigen club. Hoe veilig en steunend de eigen groep ook is, het biedt geen ijkpunt voor verbetering. De onderlinge tevredenheid versterkt vooral de status quo. Een expliciet kwaliteitscriterium vervangt het intuïtieve oordeel door een meetbaar getal. En daar kan ieder vanuit zijn positie vervolgens een oordeel aan hangen. Ik meet 1.89 m. Of dat kort of lang genoemd wordt, zegt dat evenveel over de oordeler als over de beoordeelde. De Brandweer zit middenin dat ontwikkelingsproces. (Van rood naar blauw volgens Graves.) En ik registreer hoe zij die verandering beleven.
Simpele cartoons maken bepaalde aspecten zichtbaar en aanwijsbaar. Soms voorkom ik zo ook dat er zaken worden gemist, vergeten of verdrongen. Veel van de communicatie is immers non- of pre-verbaal. Ik vind het leuk om zo bij veel organisaties in de keuken te kijken. ZICHT krijgt zo zicht op algemene gedragspatronen die men overal als uniek ervaart. Bij de Brandweer wordt het zorgvuldig en respectvol aangepakt. Het bijzondere van de Brandweer is dat vrijwilligers verantwoordelijk zijn voor een zeer basaal aspect van onze veiligheid. En het blijkt dat het de persoonlijke fascinatie voor een mooie fik een van de meer algemene motieven blijft om bij de Brandweer te willen.
Morgen ga ik mijn ‘concurrenten’ ontmoeten. Daar heb ik veel zin in. Dit voorjaar rond ‘Klaar om te wenden’ ontdekte ik dat ik niet helemaal alleen bezig ben met het zichtbaar maken van wat er gebeurt. In Amerika heeft iemand zijn metaforen vertaald in sjablonen en een werkmethode. En dat is nu een succesvolle business. In Oostenrijk zit een vrouw die visuele notulen maakt tijdens bijeenkomsten. En nu duikt in Nederland JAM op. Zo te zien drie jonge honden die dingen doen die overduidelijk familie zijn van mijn bezigheden. Precies op tijd! Ik heb (mezelf) bewezen dat het werkt, dus nu wil ik graag steun bij de uitwas van dit vak.
woensdag, oktober 04, 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten