We hebben een nieuw verhaal te vertellen aan elkaar. Het verhaal over hoe het wel kan, zonder alle ellende die we nu over onszelf hebben afgeroepen. Als tovenaarsleerlingen hebben we in een paar eeuwen de materiële wereld volledig in onze macht gekregen. En de natuurlijke rijkdom om ons heen verwoest. Het is een open vraag of we de effecten daarvan zullen overleven. De helft van het dierenrijk is al uitgestorven. De uiterste plekken op deze aarde zijn al onbewoonbaar geworden en dat probleem wordt sneller groter.
Auteurs als Rutger Bregman en Charles Eisenstein verhalen over de jager-verzamelaars (hunter gatherers) die millennia een gezonder bestaan leken te hebben, zonder onze zorgelijkheid en schadelijkheid. Kunnen wij een leven voorzien waarin wij dat weer mogelijk maken? Kunnen we een maatschappij voorstellen, waarin we de voordelen van die levenswijze genieten?
We zijn met miljarden meer ondertussen en hebben geen onuitputtelijke natuur meer om ons heen. Even ergens anders opnieuw beginnen is er niet meer bij.
In dit essay (=probeersel) wil ik dat verhaal in grote lijnen schetsen. Voor de detaillering van de deelgebieden vertrouw ik op mensen die daar meer kennis hebben. Mij gaat het om het grootste kader: Het leven op aarde en onze rol daarin.
Ik begin met alle conventies en aannames en maatschappelijke structuren te laten voor wat het is en te denken en te redeneren vanuit principes. Dat is natuurlijk lastig aangezien ook ik (haha) gevormd ben door dat alles. Sterker nog; dat is het taaie stukje. De structuren van onze maatschappij lijken juist onderdeel te zijn van de problematiek. Dus probeer ik te denken vanuit de natuurlijke aanleg, die we al miljoenen jaren in onze genen meedragen.
Een mensenleven onderscheidt drie belangrijke fasen:
1. Geboren worden en opgroeien.
2. Volwassen bestaan en
3. Ouder worden en sterven.
Tijdens ons leven hebben we slechts aan twee dingen te voldoen: Onze eigen behoeften en de behoeften van onze omgeving. Hoe we dat aanpakken is een technische vraag. Feit is dat we de kennis en mogelijkheden daartoe nu hebben.
Gezonde mensen, zeker als ze in een groepsverband leven, zullen instinctief geneigd zijn elkaar in leven te houden. Dat lijkt één van die natuurlijke eigenschappen te zijn die we al miljoenen jaren meedragen.
In onze samenleving zijn alle ouderen en kinderen uiteindelijk ook afhankelijk van de volwassenen om hen heen. En ook alle mensen die om wat voor reden dan ook, fysiek, mentaal, psychisch, enzovoort niet kunnen of willen bijdragen.
Deze instinctieve loyaliteit lijkt me de hoeksteen van een gezonde samenleving. Nu is dat omgeven met veel achterdocht en voorwaardelijkheid die uiteindelijk niets oplevert, want per saldo heeft elk mens eten, kleding en onderdak nodig. Laten we de natuurlijke consequentis aanvaarden dat onze neiging tot onvoorwaardelijke bijstand. En elk mens onvoorwaardelijk deze basisbehoeften bieden. Of dat een UBI is of iets meer directs is m.i. context- en cultuurafhankelijk. Maar in principe eet iedereen mee en wordt niemand ooit op straat gezet. Want dat is letterlijk onmenselijk.
Naastenhulp is maar één van de uitingen van het natuurlijk gedrag, die we in ere willen herstellen. Samenwerken op basis van intrinsieke motivatie is een tweede. Rutger Bregman heeft perfect uitgelegd dat dit de enige natuurlijke vorm is. Ik defineer ´werk´ als ´dat wat noodzakelijkerwijs moet gebeuren´. En als iets echt nodig is doen we het uiteindelijk altijd. Het hangt af van onze wijsheid hoe pro-actief en preventief we zijn. Maar we zullen alles doen om te overleven en waarschijnlijk net iets meer zodat we er ook nog comfortabel bij zitten. En omdat het in ons bloed zit om elkaar te helpen, is samenwerking een natuurlijk en prettig uitvloeisel. Wat meteen leidt tot specialisatie, want ik doe vooral graag waar ik beter in ben.
Omdat we niet allemaal even slim en handig zijn, ontstaan hier de verschillen in resultaat en mogelijkheden. Die vormen de kiem van standsverschillen. Corruptie kan daarvan het eindresultaat zijn. Dit voorkomen is een eerste culturele keuze. Gezonde winnaars delen hun succes en worden beloond met respect en waardering. Dat betekent dat iemand die dat niet doet, wordt gezien als iemand met een achterliggend probleem. Bijvoorbeeld een gebrek aan noodzakelijke verbondenheid.
(Ons huidige dagelijkse leven geeft voorbeelden genoeg. Bijvoorbeeld die ene vriend die nooit een rondje betaalt... Daar is dan toch ´iets´mee.)
Een ander natuurlijk gegeven - met data aangetoond - is dat we gewoontedieren zijn met een verbazingwekkende beperkte actieradius en een even beperkte set gewoontes. Natuurlijk wil iedereen eigenlijk de hele wereld zien en alles meegemaakt hebben. Maar in de praktijk van alledag beperkt de reisdrang zich tot bepaalde levensfasen of momenten.
Als we vrij zijn om te doen wat we willen en het nodige is gedaan, dan hangen we het liefst gewoon wat rond met vrienden, familie en kennissen. Want we zijn kuddedieren die van gezelligheid houden.
Dat levert precies het beeld op dat noodzakelijk wordt geacht voor een leefbare toekomst: Hyperlokaal leven in je eigen buurt.
Als we enkel werken als het feitelijk noodzakelijk is (vergeet de hypotheek, belasting en andere afpersingstechnieken) doen we dat uiteraard heel economisch: de optimale balans tussen inspanning en opbrengst. Dan is het handig kennis en ervaring te delen. Dat leidt er toe dat de optimale oplossingen tot standaard worden, tot we iets beters uitvinden. Die standaardisatie zal ongelofelijk voordelig blijken.
Dat zal dan weer leiden tot modulair ontwerpen, precies zoals we dat nu al op veel plaatsen kunnen waarnemen.
Het adagium ¨Think global, act local´ is dus handig, verstandig en haalbaar. Ik zie het zo voor me.
Waar we over na moeten denken is over hoe we het ene maatschappelijke systeem geleidelijk en elegant vervangen door het volgende. Op kleinere schaal er genoeg technische voorbeelden: Zo zijn we in enkele decennia overgestapt van bandrecorders naar tape naar disks en nu de cloud. De voordelen van een nieuw systeem maakt het oude overbodig.
Met dit beeld voor ogen lijken de huidige lockdowns een geschenk. Iedereen is gedwongen zijn leven vorm te geven daar waar hij of zij woont. Sociale contacten moeten virtueel, maar feitelijk samenwerken en delen is praktisch heel haalbaar. En - reeds bewezen - dat is de kiem van saamhorigheid. De lockdown dwingt ertoe dit bewust te organiseren. Wat weer een voordeel is. Omdat we er bewust over moeten nadenken, zullen we dus ook weten wat we doen, waartoe en waarom. Er is noodgedwongen over nagedacht.
Hiermee heb ik mezelf ervan overtuigd dat mijn toekomst hier ligt: in mijn buurt. ´The heart should be where the home is´ en ´Love the one you are with...´